Toerzeiler Blogs

De eerste zeilmijlen


Gewapend met een waterkaart gaan Sjoerd en ik op pad vanuit Eindhoven naar Friesland. Op de kaart kijken we waar je met een BM kan komen en waar we huizen, boerderijen etc kunnen verwachten. Na een aantal missers rijden we vanuit Uitwellingerga richting Oppenhuizen en zien aan de overkant van het vaartje een boerderij met daarnaast een klein 'knechtenhuisje' dat er onbewoond uitziet. We bellen aan en vragen of we dat huisje van de zomer een weekje kunnen huren. De boer is verbaasd, het huisje is namelijk in gebruik geweest als stal voor de kalveren. Wij vinden dat geen bezwaar, we nemen wel wat bezems en een emmer sop mee om het schoon te maken. Hoofdschuddend stemt de boer in en we hebben onze acco geregeld.


Het werd een prachtige week; vier boten en vijf groepen van vier personen. Op iedere boot een schipper en één groep heeft corvee, tussen de middag wisselt de groep en zo kan iedereen zeilen en doet ook iedereen op zijn beurt iets aan het huishouden.
De schippers kwijten zich gewetensvol van hun taak, waarbij hun taakopvatting vooral gezellig zeilen en voorkomen van schade is. Vanuit Uitwellingerga kun je hele stukken zeilen zonder bruggen te hoeven passeren, wel zo rustig. Na een fantastische week met prachtig, rustig weer hebben de meeste deelnemers, in ieder geval ikzelf, het idee dat zeilen niet zo ingewikkeld is en dat ik dat zelfstandig ook wel zal kunnen. We waren die week immers geen serieuze problemen tegengekomen?

Zomer 1968

Één van de deelneemsters aan die prachtige week is inmiddels mijn vriendin, het zeilvirus heeft ons beiden aangestoken en we besluiten een weekje een BM te huren en in Friesland te gaan zeilen. Een buitenboordmotor is duur en lijkt ons volstrekt overbodig. In Woudsend stappen we op en worden vriendelijk door de verhuurder afgeduwd. Met een prettig windje in de rug varen we het dorp uit richting Slotermeer. Wat een groots gevoel, zomer, zonnetje, rustig windje, en samen met je vriendin op zeilavontuur. Het gaat fantastisch en probleemloos. We steken het Slotermeer over en naderen het stadje Sloten. Een bocht in de vaart en dan plotseling, voor ons onverwacht, een gesloten brug! Dat hebben we in onze zeilweek vorig jaar niet meegemaakt, wat nu? Even aanleggen? Maar overal liggen al boten, behalve aan een stukje grasland aan de overkant, daar dan maar heen. Met een flinke vaart boren we de boeg in de zachte oever en beduusd van al die onverwachte gebeurtenissen bespreken we de ontstane situatie. Gelukkig hebben we het boekje van M. Ruytenschild aan boord en we proberen te achterhalen waar we in verzeild geraakt zijn. De leercurve is steil. Het stukje grasland waar we terechtgekomen zijn was niet zonder reden leeg, het was lagerwal. Dat daar een brug om de hoek lag hadden we kunnen weten als we eerst even op de kaart gekeken hadden. Aanleggen moet je bij voorkeur doen aan een hoge of langswal en die manoeuvre vergt enige voorbereiding. Na een paar minuten beseffen we allereerst dat een weekje probleemloos meevaren niet betekent dat je het dan zelfstandig ook allemaal weet. Mijn (misplaatste) zelfvertrouwen heeft een aardige knauw gekregen, maar dat is wel een beter uitgangspunt om het zeilen onder de knie te krijgen. De rest van de week kijken we wat verder vooruit, vaker op de kaart en bestuderen vaak het zeilboekje. Zonder schade zeilen we de rest van de week door het prachtige Friesland en leren veel.

Zomer 2001

Ruim 30 jaar later heb ik het al zeilend tot instructeur op een Friese zeilschool geschopt. Als ik daar een weekend ga varen hoor ik dat ik de volgende dag een jong enthousiast echtpaar in de boot krijg, volledig overtuigd dat ze het goed kunnen en zaterdag hun CWO3 afgetekend krijgen, volgens de overige instructeurs hebben ze dat niveau beslist nog niet. Aan mij de taak ze dat zaterdagavond, na een dagje zeilen, uit te leggen. Als we zaterdag op weg zijn herken ik het enthousiasme, ze voeren alle opdrachtjes onderweg perfect uit. Maar toch mist er iets heb ik het gevoel. Tussen de middag lunchen we gezellig achter het sluisje in Goëngarijp. Na de lunch maak ik ze een compliment over hoe netjes en zorgvuldig ze zeilen, overhandig hen de kaart en zeg dat ze geheel zelfstandig die middag weer naar de acco mogen zeilen en dat ik onderweg op twee verschillende plaatsen graag een hogewallanding wil zien. Ik beloof me nergens mee te bemoeien en kijk vanaf dat moment een andere kant op.
Nu slaat de onzekerheid toe: hoe komen we hier weg door dat sluisje, waar vinden we een hogewal, hoe komen we eigenlijk terug bij de accomodatie? Want die kaart hadden ze wel gezien, maar nog nooit bestudeerd. Na een kwartiertje krijg ik de vraag om de leiding maar weer te nemen, want om dat allemaal zelfstandig te plannen en uit te voeren, dat niveau hebben ze nog niet denken ze zelf. 's Avonds bij een biertje zeggen ze veel geleerd te hebben, vooral over wat ze nog moeten oefenen voordat ze CWO3 hebben.