Standpunt Toerzeilers m.b.t. toiletlozingen


In de afgelopen 9 jaar (sinds het lozingsverbod in 2009) zijn de ontwikkelingen die er toe zouden moeten leiden dat het (boordtoilet)lozingsverbod nageleefd wordt onvoldoende effectief gebleken ofwel er wordt nog steeds – ondanks het verbod – geloosd waar dat niet mag.

De bedoelde ontwikkelingen betreffen naast de regelgeving vooral de inbouw van vuilwatertanks en afzuig/uitpomp voorzieningen in jachthavens waarvoor ook tijdelijke subsidieregelingen werden ingesteld. Ook is de inbouw van een vuilwatertank bij nieuwbouwjachten verplicht, voor bestaande jachten is daar geen eis aan gesteld, wel een dringend advies voor gegeven. 

 De realiteit is dat de huidige afzuig/uitpomp voorzieningen in jachthavens maar beperkt gebruikt worden, de verwachtingen waren aanzienlijk hoger. Het kan haast niet anders dan dat er - ook ondanks de aanwezigheid van vuilwatertanks - geloosd wordt en dat er nog steeds schepen rondvaren zonder vuilwatertank die ook direct lozen. Ook is niet ondenkbaar dat er op open binnenwateren incidenteel vuilwatertanks worden geleegd, de technische boordvoorzieningen maken dat vaak mogelijk. Overigens vaart een deel van recreatievloot zonder voorzieningen of met alleen een chemisch toilet. Dit betreft vooral kleine/kleinere schepen en  open boten.

Op de kleinere binnenwateren zijn daadwerkelijk problemen met toiletwaterlozing geconstateerd, de provincie Fryslân heeft b.v. meermalen met ernstige gezondheidsklachten door verontreinigd zwemwater (Friese meren/Marrekrite aanlegplaatsen) te maken gehad en mede als gevolg daarvan de voorlichting en handhaving geïntensiveerd.

In jachthavens, met grote concentraties schepen en vaak in het zomerseizoen grote aantallen passanten, worden relatief weinig problemen geconstateerd. Kennelijk is de nabije beschikbaarheid van voldoende goede toiletvoorzieningen in combinatie met het welbegrepen eigenbelang van een schone ligplaats voldoende om het juiste te doen. In grotere jachthavens kan de afstand nog wel een aandachtspunt zijn.

Alles bij elkaar een toch weinig bevredigende situatie die echter niet simpel is op te lossen met formele regels. In theorie zou een sterk verhoogd niveau van handhaving soelaas kunnen bieden maar dat lijkt praktisch en financieel geen haalbare kaart. Verder zijn watersporters creatief en de puts – de rubberen emmer die voor allerlei klussen aan boord is – kan ten allen tijde worden ingezet voor sanitaire doelen. Generaties watersporters hebben de puts als boordtoilet bij de zeilschool leren gebruiken!

DE PLANNEN BEGIN 2019 

De Minister van I&W – mede aangespoord door een recente kamermotie – wil op korte termijn een verplichte verzegeling van buitenboordafsluiters bij de (boord)toiletinstallatie doorvoeren. Dit zou van toepassing moeten zijn voor alle recreatievaartuigen met buitenboord lozende toiletten ongeacht of die wel of niet over een holdingtank beschikken. 

Hoe wij ons dit in de praktijk moeten voorstellen is onduidelijk. Komt er een meldingsplicht als je er mee te maken hebt? Het aanbrengen, controleren en bijhouden van verzegelingen vergt substantiële mankracht en organisatie daarvan, we praten over zeer grote aantallen vaartuigen (motor- en zeiljachten). Zeegaande recreatievaartuigen zullen elke keer als ze een zeehaven aanlopen een nieuwe verzegeling moeten laten aanbrengen en de vele bezoekende jachten uit het buitenland idem dito. Ook het kustverkeer wat buiten de 3-mijlszone komt kan lozen en moet bij terugkeer in het land opnieuw verzegeld worden. Ook dit gaat over substantiële aantallen in het hoogseizoen.

Er wordt verwezen naar de situatie in de VS waar dergelijke systemen zouden bestaan. Dat is een  misvatting. In de VS geldt de federale Clean Water Act (uit 1972, aangepast in 1987) die verbiedt o.m. het lozen van ongezuiverd toiletwater op het oppervlaktewater binnen 3 zeemijl van de kust. Afhankelijk van het type vaartuig zijn eisen geformuleerd waaraan gezuiverd toiletwater (dat wel geloosd mag worden) moet voldoen. De afzonderlijke staten kunnen zelf bepalen waar helemaal niet geloosd mag worden (o.m. jachthavens) , zogenaamde No Discharge Zones (NDZ). Buitenboordafsluiters waarmee gezuiverd en ongezuiverd toiletwater geloosd kunnen worden moeten vergrendelbaar zijn (o.m. middels hangsloten), niet verzegelbaar! Vergrendeling binnen de 3-mijls zone is dan vereist als er alleen een holdingtank is toegepast. Vergrendeling is altijd vereist binnen een NDZ. Overtreding van de Clean Water Act bepalingen is strafbaar (illegal), de boetes voor enkelvoudige overtredingen liggen rond de 500 dollar, waarschijnlijk meer en ernstiger bij meerdere overtredingen. Gehandhaafd wordt op de aanwezigheid van de juiste apparatuur en de aanwezige en aangebrachte vergrendeling. Daar komt bij dat handhaving in de VS van een andere orde is dan hier en het onderkennen en accepteren van het belang/de noodzaak van dergelijke maatregelen ook anders ligt. Verder zijn er in de VS al geruime tijd gecertificeerde zuiveringsinstallaties voor jachten op de markt. Wie dat niet wil of kan betalen is aangewezen  op een holdingtank of chemisch toilet.

Verplichte verzegeling in Nederland voor het varen op alle binnenwateren lijkt een weinig realistisch scenario nog los van de vraag of het betreden van een schip (jacht) door een ambtenaar die daarmee is belast (geen opsporingsambtenaar dus) wel juridisch haalbaar is. De praktische consequenties zijn hierbij o.i. niet goed doordacht.

Verder lijkt het zeer onlogisch het lozingsverbod/de verzegelingsplicht plan onverkort voor alle binnenwateren toe te passen.

De problemen komen voor zover bekend niet voor op de Waddenzee, het IJsselmeer, de Zeeuwse en Zuid-Hollandse grote (open) wateren en de grote rivieren. Het ligt voor de hand die vaargebieden uit te sluiten en te concentreren op de daadwerkelijke risicogebieden ofwel de kleine(re) en niet open binnenwateren.

Naast de verplichte verzegeling wordt overwogen lozing van aan boord gezuiverd toiletwater toe te staan. Dat is mooi en dus a la de situatie in de VS, maar er is nog onduidelijkheid over de normen waaraan dan voldaan moet worden er is nog geen behoorlijk aanbod van geschikte apparatuur ofwel compacte en betaalbare afvalwaterzuiveringsinstallaties die op recreatievaartuigen ingebouwd kunnen worden. Wat nodig is dat er snel duidelijkheid komt over de eisen waaraan dergelijke installaties moeten voldoen en fabrikanten aan de slag kunnen met ontwerpen en produceren/importeren/aanpassen van dergelijke installaties. Dit vergt dus ook een overgangsperiode.

Tenslotte, na jaren van stilte komen er nu opeens ingrijpende plannen. Enerzijds  begrijpelijk dat er wat moet gebeuren, anderzijds niet begrijpelijk dat met onpraktische maatregelen  gepoogd wordt alsnog de in 2009 al beoogde situatie te realiseren. Waar het totaal aan ontbreekt is aandacht voor en inzet op actieve voorlichting. Daar kan de georganiseerde watersport bij helpen maar dat moet dan wel een samenwerking zijn. Goede voorlichting kan zeker helpen om watersporters meer en zeer bewust te maken van het schoon houden van ons vaar- en recreatiewater, ook door te letten op verantwoord lozen van toiletwater. Voor kleinere schepen kunnen alternatieven (chemische en droogtoiletten b.v.) meer onder de aandacht worden gebracht, het belang van vuilwatertanks kan worden benadrukt inclusief routinematig afpompen in de eigen jachthavens en de (hopelijk qua regelgeving aangepaste) verplichte vergrendeling van afsluiters worden toegelicht. De normering en installatie-eisen moeten snel duidelijk worden en er zal toch iets moeten gebeuren met de handhaving, althans voor een overgangsperiode. Ook is er aandacht nodig voor de capaciteit van afzuig/uitpomp installaties in jachthavens. Als er daadwerkelijk de hand gaat worden gehouden aan het juiste gebruik van holdingtanks ontstaat hier zeker een bottleneck. Dat betekent dat er dus ook eisen gesteld moeten gaan worden aan de capaciteit van  dergelijke installaties. Pas als er bruikbare (boord) zuiveringsinstallaties in grote getale ingebouwd zijn zal dit weer beperkt kunnen worden.

Wat zal helpen qua acceptatie is om de verbod/gebodsbepalingen te richten op die wateren waar het ook echt nodig is en daarbij is het van belang toe te lichten waarom de recreatievaart wel en de beroepsvaart (nog steeds) niet onder dit soort bepalingen zal gaan vallen/valt. Dat laatste wordt gezien als met twee maten meten en kweekt veel onbegrip, dat helpt niet bij datgene waar we het toch ook in belangrijke mate van moeten hebben: zelfdiscipline uit welbegrepen eigenbelang van watersporters. In 2009 werd aangekondigd dat op termijn het lozingsverbod ook uitgebreid zou worden naar cruise-,charter- en binnenvaartschepen maar tot op heden is daar geen nieuws meer over verschenen.

Standpunt TZ samenvatting

  • ·Beperking lozingsverbod tot daadwerkelijke risicogebieden, grote binnenwateren/rivieren uitsluiten;
  • ·Geen verplichte verzegeling maar eventuele verplichting tot vergrendeling en voorzieningen daarvoor;
  • ·Indien verzegeling toch wordt doorgezet geen meerkosten voor watersporters en geen onnodige hinder bij invaren verbods-/gebodsgebied;
  • ·Doorvoering pas na overgangsperiode waarin  normen duidelijk zijn en goede/betaalbare apparatuur/installaties beschikbaar zijn om van boord gezuiverd te lozen;
  • ·Veel betere en intensievere voorlichting over noodzaak, mogelijkheden en fasering alsmede formele kaders;
  • ·Capaciteitseisen afzuig/uitpompinstallaties stellen. Jachthavens verplichten adequate toiletvoorzieningen in hele havengebied te realiseren.
  • ·Argumenten voor selectieve toepassing zeer duidelijk en helder opnemen in voorlichting;
  • ·Argumenten moeten plausibel zijn! Alternatief is ook doorpakken voor beroepsvaart.